Een paar jaar geleden heb ik het racefietsen opgepakt. Wat is het heerlijk om te trappen, de wind in je gezicht te voelen en te genieten van het buiten zijn. Nu het voorjaar weer dichterbij komt, begint het alweer te kriebelen.
In het begin fietste ik vaak alleen. Prima, maar toch… het kan gezelliger én sneller. Toen mijn zwager, een doorgewinterde fietser, me meenam, leerde ik pas echt wat fietsen in een groep betekent. Hij hield me uit de wind, waarschuwde voor gevaarlijk wegdek door achter zijn rug signalen te geven en riep bij elke tegenligger “Tegenligger!” zodat ik alert kon zijn. Vertrouwen op zijn ervaring gaf mij de ruimte om mee te komen, zonder te veel energie te verspillen.
Toen ik later met een clubje uit de buurt ging fietsen, merkte ik hoe waardevol die eerste lessen waren. Ik wist hoe ik moest “meedraaien” en in het wiel moest rijden. In het wiel rijden is een prachtig fenomeen: je fietst mee met mensen die eigenlijk veel sneller zijn dan jij, en toch houd je het vol. Je blijft uit de wind en krijgt als het ware vleugels.
Wat heeft dit met leiderschap te maken?
Als leider ben jij degene die de wind opvangt, de weg vrijmaakt en je team vooruit helpt. Door zelf voorop te rijden, geef je richting en schep je vertrouwen. Je beschermt je mensen, net zoals mijn zwager dat deed: je waarschuwt voor obstakels, geeft signalen en zorgt dat iedereen in je wiel mee kan komen.
Maar er is meer. Door je team uit de wind te houden, maak je het mogelijk voor hen om boven zichzelf uit te stijgen. Ze krijgen de kans om met je mee te groeien, zelfs als ze nog niet zo sterk of ervaren zijn. Jouw leiderschap geeft hen vleugels.
De vraag aan jou:
Hoe zorg jij ervoor dat je teamleden in jouw wiel kunnen fietsen? Welke signalen geef jij hen mee? En vang jij als leider genoeg wind op, zodat je mensen in jouw slipstream kunnen groeien?
Neem dit jaar de tijd om hier eens over na te denken. Wie weet kun je met een frisse blik en hernieuwde energie je team nóg beter vooruit helpen.
Samen fietsen we altijd harder.